Paul BDE
|
Beskrivelse af oplevelsen:
In 1970 werd ik hopeloos meegesleept in de tragedie en verschrikking van de oorlog in Vietnam. Sue, mijn vrouw, was net 2 maanden zwanger toen de gevreesde oproep kwam.
Op 30 april 1970 kondigde president Richard Nixon aan dat amerikaanse troepen waren begonnen met een grond-offensief tegen de communistische bolwerken in Cambodja. Ik werd er heen gezonden en deed samen met meer dan 40.000 manschappen in het leger's 10e gevechtseenheid mee aan deze operatie. Op 1 oktober trok mijn peloton naar het westen toen we door sluipschutters werden beschoten. Ik probeerde mezelf in veiligheid te brengen toen ik een bloedstollende schreeuw hoorde. Ik draaide me net op tijd om zodat ik mijn kameraad Pete zag vallen in een regen van vijandelijke kogels. Alles in mij zei me dat ik moest blijven rennen en mezelf in veiligheid brengen. Maar ik hoorde zijn wanhopige kreten en besefte dat ik hem niet in de steek kon laten. Niet deze man die alles had gegeven om een groentje wegwijs te maken en die me uren van broodnodige ontsnapping uit ons gezamenlijke oorlogstrauma en lijden had gegeven door oprechte interesse te tonen in mijn leven en mijn hoop om mijn vrouw en nieuwe baby te zien als de oorlogsnachtmerrie eindelijk voorbij zou zijn. Ik deelde in zijn droom om ooit de juiste vrouw te vinden en zelf een gezin te stichten. Hij droomde ervan om leraar te worden m.b.v. het leger. Ik draaide me om en ging terug naar de plek waar hij al de hele tijd om hulp lag te kreunen en schreeuwen. Ik had, in wat een paar seconden leken, de 15 m overbrugd die ons scheidden toen ik werd neergemaaid door machinegeweervuur. Pijn schoot door mijn benen en ik viel voorover. Vervolgens was ik mij ervan bewust dat ik het tafereel bekeek vanaf ca. 5 m boven mijn lichaam. Ik zag dat ik verscheidene keren was geraakt in mijn rechterbeen en 1 keer in mijn linkerbeen. Ik was ervan overtuigd dat ik zou doodbloeden en voelde een inmens verdriet dat ik mijn vrouw en ons ongeboren kind nooit zou zien. Naast mijn verdriet was er een groeiende verwarring en nieuwsgierigheid. Dus zo is het om dood te zijn? Ik dacht na. Geen pijn! Geen angst! Wat bizar, ik voel me niet anders. Ik kan nog steeds denken. Ik staarde naar mijn lichaam en vroeg me af wat er nu zou gaan gebeuren. Pete, mijn maat, lag naast mijn lichaam. Tot mijn schrik zag ik een nevel uit zijn hoofd komen die meteen de vorm van zijn lichaam aannam. Ik zag dat zijn geest of nieuw lichaam compleet was en een beetje gloeide( zijn stoffelijk lichaam miste een hand en een deel van de onderarm). Pete keek verdwaasd en ik riep hem. Hij vloog meteen naar me toe en we bespraken wat er vanaf dat moment zou gaan gebeuren. We zagen dat een jonge zwarte hospik onze lichamen had ontdekt. Eerst controleerde hij Pete en daarna mij. Hij ging aan het werk met mijn lichaam waarop Pete zei dat het waarschijnlijk betekende dat hij dood was maar dat ik nog een kans maakte.
Hij stak zijn arm uit, schudde mijn hand en zei:"Ik wil je bedanken dat je zo'n goede vriend was en dat je geprobeerd hebt mijn leven te redden. Ik weet niet waarom maar ik heb het gevoel dat ik hier niet zal blijven. Ik ga ergens heen waar ik al eens eerder ben geweest. Het voelt als thuis. Ik weet dat het idioot klinkt maar ik denk dat het nog niet jouw tijd is om te gaan. Ik denk dat ik nu ga proberen om mijn moeder gedag te zeggen, maar ga jij maar verder en zorg dat je een geweldig leven hebt. En als je een zoon krijgt noem hem dan naar mij, goed?" Ik zei:" Dat is beloofd Pete!" Ik boog me voorove om hem een klopje op de rug te geven maar hij verdween in een lichtschijnsel. Ik zag hoe verschillende soldaten daar beneden hielpen om me weg te dragen terwijl de hospik nog steeds met me bezig was. Ik was vervuld van een hevig verlangen om bij mijn jonge vrouw en ongeboren kind te zijn. Plotseling, het leek of ik 12 m naar beneden viel, werd ik teruggeworpen in mijn lichaam.
Dankzij mijn verwonding werd ik een maand later naar huis getransporteerd. Ik was niet in de gelegenheid om de begrafenis van mijn kameraad bij te wonen. Maar ik heb zijn familie gevonden en heb zijn moeder gebeld. Toen Thelma, zijn moeder, de telefoon opnam heb ik haar gecondoleerd en ze vertelde dat haar zoon haar, de avond dat hij overleed, had opgezocht. Hij had haar bezocht in een droom en hij was lang genoeg gebleven om haar te vertellen dat hij naar gene zijde was gegaan. Ook zei hij dat ze niet verdrietig moest zijn omdat hij gelukkig was daar en dat hij een klus te klaren had. Hij stak zijn armen uit en het leek of er een licht naar hem toe kwam. Er ontstond een prachtig, stralend kind naast hem. Het was een jongetje van 5 of 6 jaar oud met kastanjebruine krullen en lichtbruine ogen. Hij had wat sproetjes op zijn neus en wangen. "Wie is dat?" vroeg zijn moeder. "Dit is kleine Pete. Hij wil alles weten over zijn papa, hoe zijn aardse leven eruit zal zien en wat hij kan verwachten. Ik maak hem zo'n beetje wegwijs. Kleine Pete en ik zullen heel lang samen zijn, DAAR KAN HIJ OP REKENEN!!" Hij pakte het kind op en gaf hem een knuffel.
Het beeld vervaagde snel. Pete's moeder wilde van alles over haar zoon weten, waar hij was enz., maar ze kreeg de kans niet. Het beeld van het aanbiddelijke kind bleef in haar gedachten. Aangezien Pete vrijgezel was, was dit kind dan zijn buitenechtelijk kind? Wie is de moeder? Waar moest ze heen om haar kleinzoon te zien. Was dit kind zelfs al wel geboren? Wat bedoelde Pete toen hij zei dat hij dit kind dingen leerde over zijn "aardse leven"? Kleine Pete was duidelijk genoemd naar zijn vader. Ze vond zelfs dat er een gelijkenis was. Hoe zou ze er ooit achter komen. Waar moest ze heen voor hulp.
Al deze vragen achtervolgden haar constant en het werd nog erger toen ze vernam dat haar zoon Pete inderdaad was omgekomen op dezelfde dag dat ze over hem had gedroomd. Ze was verdrietig en vol pijn door de door van haar enige zoon, maar ze voelde ook dat hij haar ha d bewezen dat het goed ging met hem en dat hij in leven was op eeen ander niveau. Ze wist echter dat ze nog steeds het raadsel van "kleine Pete" moest oplossen.
Ik vertelde haar over de zwangerschap van mijn vrouw en dat ik Pete had beloofd een zoon naar hem te vernoemen. Ik suggereerde dat het best wel mogelijk was dat dit het kind was dat ze had gezien in haar droom op 1 oktober 1971. Ik beloofde in contact te blijven met haar en dat ik foto's van mijn kind zou opsturen. nadat hij of zij over 4 of 5 weken was geboren.
Mijn zoon Peter werd geboren op 31 oktober 1971. Hij was zo goed als kaal, maar hij had opvallend lichtbruine ogen. Op zijn 2e verjaardag stuurde ik foto's naar de moeder van Pete in Colorado en ze belde om te bedanken. De foto's vertoonden een grote gelij
kenis met het jongetje uit haar droom, vooral de kastanjebruine krullen. Op de 6e verjaardag van Peter vloog ze naar ons toe om ons gezin te ontmoeten en ze barstte in tranen uit toen ze hem zag. Er was geen twijfel mogelijk. Dit was hetzelfde jongetje dat ze met haar zoon Pete had gezien op die afschuwelijke avond dat hij stierf. We adopteerden haar ter plekke als "oma Thelma". Door de jaren heen bleven contact houden via brieven en de telefoon. Elke bijzonderheid en foto van Peter beschouwde ze als een schat.
Ze is helaas nie t lang geleden overleden. Peter bezocht haar in het ziekenhuis een week voordat ze overleed samen met zijn vrouw Karen en hun 2 zoons. Ze wist dat ze gauw bij Pete zou zijn en bijn zijn vader die omgekomen was tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze kon haast niet wachten om bij hen te zijn en ze bedankte "kleine Pete"( nu 27) dat hij de kleinzoon was geweest die ze altijd al wilde hebben sinds ze hem had gezien in haar droom. Peter vertelde haar dat hij altijd had geweten dat Pete over hem waakte vooral toen hij vocht tiijdens de Desert Storm oorlog.
Deze ervaring was levendig en echt en het gaf me hoop dat als we overlijden we echt doorleven en onze overleden familieleden weer zien. Ik heb ook het gevoel dat onze kinderen een geschenk van God zijn en dat ze voorbereid worden door engelen voordat ze hun familie op aarde uitzoeken.
Hoewel het falicant ingaat tegen de leer van mijn kerk ben ik bezig om het fenomeen van reincarnatie te bestuderen. Ik heb niet alle antwoorden, maar ik bezie het leven in een nieuw licht. Ik heb een klein beetje een idee over "Het Grote Geheel".
Als iedereen hetzelfde zou geloven weet ik zeker dat er nooit meer oorlog zou zijn.!
Liefde en vrede gewenst voor iedereen die dit leest.