BDE van Alexa H
|
Beschrijving ervaring (BDE #2):
ALEXA R. HARTUNG
3 APRIL, 1973
Ik ging bevallen van mijn tweede kind na een lange, warme week. Ik was heel vermoeid door een tekort aan slaap en de bevalling leek “niet zo normaal”. Ontspannen ging moeilijk, maar we hadden toch nog even de tijd om onze kerk te bellen vanuit het ziekenhuis en te vragen om een gebed tijdens de gebedsbijeenkomst woensdagavond. De mensen waarbij we een bevallingscursus gevolgd hadden, kwamen ook langs met een filmploeg: “Hey, we hebben goed beelmateriaal!” Alsof dat mij kon schelen! Ik wou gewoon dat kind uit mijn lijf! De hartslag van de baby vertraagde en we gingen naar de verlossingskamer. Ik had net genoeg tijd voor verdoving en whammo! Hij floepte eruit. Hij was een “blauwe” baby, met het koord drie keer rond zijn nek gedraaid. Hij was actief geweest in de baarmoeder, maar nu was hij in de problemen. Hij had vocht in zijn longen en hevige geelzucht. Ze voerden hem met spoed naar Intensieve Zorg.
Toen ik naar boven keek in de spiegels van de verloskamer, zag ik een grote hoeveelheid bloed dat nog steeds uit me vloeide nadat de placenta eruit gehaald was. “Is dat MIJN bloed?” vroeg ik. Het stopte niet met vloeien! Ik voelde een enorme vermoeidheid over me komen. Ik probeerde mijn lippen te bewegen, maar zelfs ademen was moeilijk. Ik kon niet zeggen dat ik een koude over mij voelde heen komen en dat er iets ernstig mis was!! “Dokter, ik verlies haar…” Ik hoorde de verpleegster de cijfers op de bloeddrukmeter aflezen terwijl mijn druk aan het afnemen was. Ik zag een ongelovige blik in haar ogen. Ik voelde de levenskracht die uit me weggezogen werd. Ik bad snel een gebed in mezelf:
“Oh Jezus, Ik hoop dat Je alles bent wat ik aanbeden heb al die jaren! Zorg alstublieft voor mijn pasgeboren zoontje; zorg alstublieft voor mijn mooie dochter. Ik hou zoveel van hen. God ik geef Je mijn Ziel..”
En opeens zweefde ik boven mijn lichaam! Het leek de meest normale zaak uit de wereld! Ik had handen, voeten en alles was normaal; ik was mezelf in een soort van zachte toga.
Daar was ik dan, boven mijn hulpeloos, slap lichaam en toch voelde ik me goed. Ik was MEZELF: lichaam, persoonlijkheid en GEEN VERMOEIDHEID. Ik bekeek de huls van mijn lichaam. Hey! Ik lijk er nog niet zo slecht uit! dacht ik. Heel mijn leven hebben ze me “grof” genoemd, maar ik zag er normaal uit! Ik werd altijd vergeleken met mijn zus die 1m55 lang was en 45kg woog! Maar hier lag ik dan- mooi en normaal. Ik merkte wel op dat ik er niet uitzag zoals een spiegelbeeld. Mijn lichaam had meer dimensie. Terwijl ik het lichaam bekeek, was ik bewust van al de emoties en de onrust in de kamer. Ze waren allemaal van streek. “Ik kan geen polsslag vinden” zei de verpleegster naast mij. Ze was in shock. Ik had een normale zwangerschap gehad. Een andere verpleegster zei, “waar is de Crash cart?” Ik wist niet wat een crash cart was, maar het klonk belangrijk. Ze begonnen met de reanimatie. Ik vond het spijtig dat ze zo van streek waren, want ik was OK. Ik maakte me geen, ik herhaal geen zorgen voor mijn pasgeboren kindje of dochter. Ze waren in Gods handen. Mijn man, die met spoed uit de kamer gezet was, zag er helemaal verwilderd uit toen handen hem door de deuren duwden. Ik wist dat hij Hemelse Hulp zou krijgen.
Terwijl dit allemaal gebeurde, vulde een Licht de ruimte. De arm van de dokter was zo ver in mij alsof hij een kalkoen aan het vullen was; maar het groeiende Licht werd groter en was puur, zacht en vreugdevol. Ik zag hoe het elke centimeter van de kamer vulde. Zelfs toen ik uit mijn lichaam ging, waren er Wezens aan beide zijden van me, toen ik dit allemaal waarnam. Vergeet cherubijnen, dit waren de GROTE jongens—GROTE, KRACHTIGE Engelen met zelfs krachtigere witte geveerde vleugels.
“Oeoe, veren,” herinnerde ik mezelf denken. Ik wou deze vleugels zo graag aanraken; ze leken zo zacht. Er was één kleine veer binnen mijn bereik...NEEN! Toen ik het wou aanraken, begonnen de Engelen me te begeleiden; dat was hun job…en me te beschermen (tegen wat? vroeg ik me af). We zweefden door een tunnel dat zich geopend had vanuit een klein zwart punt. Toen we naar de grote, ronde ingang gingen, lieten we de kamer achter. We bleven vooruit bewegen.
Het was ongelooflijk zwart en donker. De ziekenhuiskamer verdween in het niets. De Engelen gloeiden zacht en ik had geen angst toen we naar het Lichtpunt zweefden. Er was een zacht geruis, maar ik was niet echt aan het luisteren. Wat ik wel opmerkte was dat het leek alsof de tunnel zelf uit verschillende delen bestond (zoals een hoepel van een kind in de tuin). Deze hoepels waren verbonden met elkaar door brandende, gele energie/vlamachtige ringen dat pas verschenen NADAT we er doorheen gegaan waren. De “energie” ringen waren net zoal de ringen of hoepels in de Hopi wandel, maar ik wist dit niet tot vele jaren later.
Terwijl we door de ringen heen gingen was er één type van geluid te horen. Ik kon voor en achter me zien. Dit intrigeerde me. De Engelen aan mijn zijde hadden GEEN aandacht voor dit alles buiten me naar dat groter wordend Licht te brengen. Ik voelde me vredig. De Engelen raakten me nooit aan; een onzichtbare kracht, zoals liefde, voegde zich bij ons. Ik voelde geen pijn van de bloeding: Ik voelde me “volledig”.
Toen we aan het einde kwamen, verdwenen of gingen de Engelen weg. Ik zag honderden, of misschien duizenden mensen van alle verschillende vormen, maten en lengtes. Mannen en vrouwen (geen kinderen of gehandicapten) allemaal gekleed in zachte , witte, simpele, eenvoudige, lange kledij, elk met een gouden riem rond de taille. Ze lachten allemaal en aanvaardden me zoals ik was in al mijn menselijkheid. Niemand zocht naar mijn fouten of had een kritische attitude. De samenkomst was vreugdevol, niet angstig. Ik zag geen familieleden, maar ik had het gevoel deel uit te maken van een grotere, algemene familie.
Aan de ene kant, aan mijn rechterzijde was er iets wonderlijks. Ik bewoog (al zwevend, niet al stappend) om te kijken. Er waren treden, ivoren, gloeiende treden. Beneden aan de treden waren er kleine spirituele wezens, cherubijnen? En ze zongen steeds lofzangen over God: HEILIG HEILIG HEILIG AAN DE HEER VAN GASTHEREN; GLORIE GLORIE GLORIE AAN GOD. HEILIG IS ZIJN RECHTSCHAPENHEID:RECHTVAARDIGHEID, WAARHEID EN KRACHT…ze gingen maar door en door. Terwijl ze aan het zingen waren, dacht ik eerst dat ze ieder 3 paar armen hadden, maar dat was niet zo. Elk had maar één paar. De reden waarom ik dacht dat ze elk 3 paar armen hadden, was dat hun armen steeds supersnel bewogen. De armen verstopten hun lippen, oren en ogen als ze aan het zingen waren. Ik heb de diepere, symbolische betekenis van die bewegingen nooit helemaal begrepen, maar ik weet dat er één was. Nu denk ik dat het was: Moge wat ik zeg, de Heer God verheerlijken; Moge wat ik hoor, de Heer God verheerlijken; Moge wat ik zie, de Heer God verheerlijken, want dat was elk hun attitude. Net zoals hun armen die steeds bewogen, had elke cherubijn vleugels die langzaam aan sneller op en neer bewogen, steeds klappend op de intensiteit van de verering. De vleugels maakten een licht zoemend geluid, maar het was zacht en er kwam geen wind van de klapperende vleugels.
Ik had graag met hen voor eeuwig daar gebleven. Mijn ziel borrelde in mij op om met hen God te vereren. Oh, hoe zeer wilde ik knielen en met hen blijven. Het Licht dat alles doordrong was er zeer sterk. De treden leidden naar God en zijn helderheid was zo sterk dat ik niet recht naar hem kon kijken. Het licht was niet zoals die van een kristal of een prisma, maar kwam eerder door Zijn Heiligheid. Alles was mooi! Ik mocht/kon naar Jezus kijken, die naar me lachte. Ik was zo overweldigd, maar blij dat ik amper kon reageren! Vreugdevol is het woord.
Opeens verscheen er een podium. Ja, de honderden wezens keken nog steeds naar mij. Engelen, God en Jezus in hun glorievol uitspansel stonden achter me. Ik had me naar links gedraaid en op de één of andere manier bewoog ik even naar voren (alhoewel er niet echt een “richting” was). Ik was in een soort van rechtszaal. De menigte die er stond kon alles zien en horen wat er gebeurde en kon voelen wat ik voelde. Ze wachtten net als ik; niemand in de menigte sprak, niemand sprak tegen mij.
Alhoewel Jezus blijkbaar bewogen had en nu even links achter me stond, was ik toen niet volledig bewust dat Hij er was. Waarom? Omdat er een Entiteit verschenen was. Nadat hij verscheen, begon mijn Levensoverzicht. Het werd me verstaanbaar gemaakt dat dit was wat het was. Dit was verschrikkelijk.
ALLES was ik ooit gedacht, gedaan, gezegd, gehaat, geholpen, niet had geholpen, had moeten helpen werd aan mij, de menigte en iedereen getoond zoals een film. Hoe gemeen ik geweest was tegen mensen, hoe ik hen had kunnen helpen, hoe gemeen ik (onbedoeld) tegen dieren was geweest! Ja! Zelfs de dieren hadden gevoelens gehad. Het was verschrikkelijk. Ik wou wegkruipen van schaamte. Ik zag hoe mijn daden, of net iets niet doen, invloed had gehad op andere mensen en hun levens. Het was toen pas dat ik begreep hoe elke kleine beslissing of keuze de wereld beïnvloedde. Het gevoel mijn Redder te ontgoochelen was te reeël. Bizar, maar zelfs tijdens deze horror, voelde ik een soort van medeleven, een acceptatie van mijn beperktheden door Jezus en de menigte.
Tijdens dit Overzicht, was het Slechte wezen er ook. Ik keek naar hem; hij was knap, niet lelijk. Zwart haar, medium gebouwd, gekleed in een bruin kleed met een zwart koord rond zijn taille, zijn ogen trokken mijn aandacht. Zijn ogen waren een zwarte leegte! Er was geen leven of goedheid in de ogen. Intens op elke manier, zijn enig doel was het beheersen, bezitten, controleren van mijn Ziel en me te laten lijden!! Ik kroop ineen van gruwel. Elke keer, tijdens het Overzicht, dat ik faalde of een fout beging, amuseerde dit hem mateloos. Hij riep dan, “DAAR! Zie hoe ze faalde? Hij beschuldigde me, “Waarom heeft ze het niet beter gedaan? Of meer geholpen? Ze zou moeten gestraft worden!” Ik was troosteloos. Mijn enkele, kleine goede daden konden en tipten niet aan Gods perfecte standaard. Ik verdiende elke straf ik kreeg. Mijn ziel was eenzaam. Ik was bang voor wat zou komen.
Dan, toen het gedaan was, dreunde een grote, diepe stem:
IS ZE BEDEKT MET HET BLOED VAN DE LAM?
JA!!!!
De rechtszaal verdween en het slechte wezen, Satan, schreeuwde! Hij siste als een slang, draaide en dwarrelde rond zoals een tornado, maar werd kleiner en kleiner. Hij krimpte tot een hoopje stof en poef! Verdween helemaal, nadat hij hele de tijd van woede schreeuwde.
Alles in de setting was weg, behalve de Hemelse menigte en Jezus Christus. Hij staarde me aan met ONGELOOFLIJKE liefde! Hij reikte zijn handen en polsen uit die gepiercet waren door een nagel. Alhoewel volledig genezen, hadden ze nog steeds sporen van de kruising. Dit was geen zwakke Jezus. Hij was sterk, krachtig, groot als het plafond en hij glansde helemaal! Zijn lang, wit haar was niets vergeleken met zijn brandende, vloeibare gouden ogen. Ze straalden Puurheid uit, Vreugde en Vastberadenheid. Hij opende zijn mond, ik zag zijn tong langer worden en hoorde een luid geluid zoals die van een goederentrein! Het stormende en ronkende geluid dat eruit kwam was oorverdovend. Hij sprak van wie Hij was en dat hij mijn bemiddelaar was met God de Vader. Ik viel op de grond van ontzag en aanbad Hem met mijn hele Ziel. Ik huilde van Vreugde zoals een baby. Net zoals de vrouw uit het Oude Testament, wou ik Hem aanraken, maar nederig probeerde ik enkel de zoom van zijn lang, wit eenvoudig kleed aan te raken. Hij hield me abrupt tegen toen ik omhoog staarde naar zijn heerlijke, liefdevolle glimlach. Hij hield en aanvaardde me- volledig. Ik was vervuld met vrede en tevredenheid.
Een gigantisch boek met gouden rand verscheen en opende zichzelf. Het was even groot als drie grote buildings. Een grote, “vinger” in de vorm van een bliksemschicht verscheen. Het doorliep de pagina’s die automatisch omdraaiden. In dit Boek stonden de namen van vaders, moeders en hun kinderen. Ook, de sterfdatum als de persoon al gestorven was. De “vinger” bewoog naar de lijn van mijn familie.
OPNIEUW DE DIEPE STEM: IS HAAR TIJD AL AANGEBROKEN? NEEN!!!
In een oogblink, WHAM! Ik was terug in mijn lichaam! HOE VIES! Ik had het te warm, ik zweette en ik was zó z-w-a-a-r! EIKES. Vergeet bewegen, het was zelfs moeilijk ademen! Ik voelde me als een ton bakstenen. Ik hield er helemaal niet van! Tranen liepen over mijn wangen. “IK WIL TERUG GAAN…TERUG,” kreunde ik.
De verpleegster keek me aan met een stralend gezicht, “Welkom thuis,” zei ze. “We hadden jou even verloren.” Dan besefte ze wat ik net gezegd had. “Terug? Waar zou je naartoe gaan? Wil je niet je baby zien?” Ik herinnerde me mijn heerlijke ervaring, ik flapte uit, “Neen! Mijn baby is ok; hij is in Gods handen, ik ben er zeker van. Ik wil TERUG! Laat me alstublieft terug gaan.”
“Oh!” zei ze, “Was je in die plek waar alles wit is en je Jezus zag?” Ja, antwoordde ik. “Is het zo mooi als ze zeggen/beweren?” vroeg ze. Ja. Ze boog naar me en zei, “We hebben dit al voor gehad! Ik hoop dat ik er naartoe mag gaan.” Ik zuchtte en berustte in de situatie.
De dokter en zijn team leken alsof ze door een wringer gehaald waren. Ik kon mijn mond terug beter gebruiken en ik excuseerde me om hen zo lang “bezig” te houden. Ze keken enkel gevoelloos naar elkaar. De volgende ochtend bezocht de dokter me op zijn ronde. Hij zei dat hij maar 3 à 4 uur slaap had gehad en hield mijn hand even vast. Ik was verbaasd. In die tijd besteedden dokters amper tijd aan je. Hij zei zachtjes, “Als je klaar bent, zou ik graag hebben dat je me verteld wat er gebeurd is. Ik verloor je één, twee keer eigenlijk, op de operatietafel. Kun je het me nu vertellen?” Wat? dacht ik. OH DAT…en ik hield mijn hoofd vast en kreunde, omdat de herinnering terug kwam. Het was alsof mijn hoofd aan het barsten was voor enkele minuten. “Heb je pijn?” “Neen,” antwoordde ik, “het kwam gewoon allemaal ineens terug. Ik voel me eigenlijk GEWELDIG!” en het was ook zo. Nadat ik het gewend raakte om het me allemaal te herinneren in sneltempo, paste ik me aan en voelde me beter dan ooit tevoren! Ik glimlachte naar hem. Hij ging weg nadat ik hem beloofde alles later te vertellen.
Weken later, belde ik inderdaad de dokter; hij zette zijn andere oproepen in Wacht. Hij luisterde en vertelde me dat zeven andere vrouwen van mijn Kerk bijna dezelfde ervaringen hadden gehad; zes vrouwen van andere kerken. Hij was zo lief en bemoedigend.
Na dit alles en toen ik genezen was, ging ik naar een gebedsbijeenkomst op een woensdagavond. Die vrouwen konden echt fervent bidden! Toen we gedaan hadden, pauzeerden ze en keken me aan. “Weet je, Alexa, je ziet er anders uit; is er iets gebeurd na de geboorte van je zoon?” Ik lachte en zei dat ike en Ervaring had gehad. Ze glimlachten en begrepen het! ZIJ waren het- we hadden elkaar allemaal gevonden! Het was heerlijk.
Na mijn BDE wist ik dat ik mijn kinderen als sterke Christenen zou opvoeden. In mijn familie vol scheidingen, zou dat een prestatie zijn! Mijn overgrootmoeder aan vaderszijde had haar tweede kindje verloren, een jongen; Ik heb altijd het gevoel gehad dat mijn tweede kindje, mijn zoon waarmee ik een Bijna Dood Ervaring heb gehad, de uitloper was van dat verlies.
Ik heb hem aan God gegeven. Hij is nu een predikant die God dient. Hij en mijn dochter houden van de Heer. Ik ben Gezegend.
Andere BDEn:
Toen ik 5 jaar oud was ontwaakte ik uit mijn verdoving van tonsillectomie, adenotomie en trimmen van mijn tong; volledig wakker; begon ik te kokhalzen door ijs, de dokter zei, “Daar gaat ze weer..” wat me altijd deed afvragen of ik flauwgevallen was in Revalidatie…maar ik was IN Revalidatie, dus wanneer is mijn hart gestopt? Dus, ik ging in een fluwelen, zwarte ruimte met een alwetende intelligentie, wiens Liefde onvoorwaardelijk was. Ik wou niet terugkeren. Ik begreep niet WAAROM mijn moeder en grootmoeder de dokter toegelaten hadden me zoveel pijn te doen. Ik hield er van om in de zwarte ruimte te zijn. Ik weet wel dat toen ik het bewustzijn verloor, ze borstcompressie toepasten. Blijkbaar deden ze dat de hele tijd. Ik was waarschijnlijk tijdens verschillende minuten bewusteloos, want mijn borst deed pijn toen ik wakker werd. Ik herinnerde me dat ik hield van verdoving; dat was anders dan de zwarte ruimte; eerder zoals slaap.
Ik kwam wel terug, tegen mijn Wil. De dokter zei, “Laten we dit niet meer laten gebeuren.”
Ik heb nadien nooit meer vertrouwen gehad in mijn moeder of grootmoeder.
Ik kon vanaf dat moment ook mensen “lezen” = De Start van Intuïtie.
Het was een lange rit terug naar huis en voor één keer hield mijn grootmoeder me vast heel de weg naar haar huis waar we woonden. Het was Lente, einde maart. Het was koud en het leek nacht. Mijn grootmoeder hield me in een deken. Ik sliep niet, mijn keel deed te veel zeer. Mijn grootmoeder stond erop om ons naar huis te brengen die nacht, maar ik herinner me wel de koude, witte sterren die ik zag vanuit het raam/venster.
------------------------------------------------
II in 4/3/1973 was de GROTE BDE, in die zin dat ik geen hersengolf of hartslag had gedurende een lange tijd en een intense, gedetailleerde BDE had. Voelde me SUPER de volgende ochtend, na 4-5 uur slaap. Stond op, wandelde in de gang, tot grote verbazing en horror van de verplegers. Voelde me geweldig heel de tijd. Ik vraag me vaak af of de snelle fysieke genezing een geschenk was gezien het feit dat ik zo veel bloed verloren had!
-----------------------------------------------------
III was drie maanden na II. Ik was uitgeput door het zorgen voor beide kinderen. Mijn echtgenoot was aan het lezen in bed en ik was tegen hem aan het praten. Ineens voelde ik een ENORM gewicht op mijn borst! Ik kon niet ademen. Ik denk werkelijk dat het een hartaanval was. Ik sloot mijn ogen voor het onvermijdelijke.
Ik ging een meer in en een wereld van de Blackfoot Indianen van Montana en Canada. Het meer was koel en ik stond tot aan mijn heupen in het water. De bevers zwommen rond mij en ik was ZO gelukkig. Mijn armen strekten zich uit en mijn haar spreidde toen ik mezelf in het water liet zakken. Ik kon onder water ademen.
Maar de witte geesten in het water hielden niet van mijn aanwezigheid. Ik probeerde te tonen dat ik goede bedoelingen had door stil te blijven staan. Het hielp niet. Ze kwamen wraakzuchtig naar me toe en grepen me met hun lange, witte armen om me het water in te duwen. Ze waren snel. Ik hoorde zelfs mijn innerlijke geest zeggen, “Ik ben hier weg,” en opeens was ik in de Hemel met mijn beminde grootvader, die gestorven was eind jaren 1950…EN MIJN VADER DIE NOG STEEDS LEEFDE!
Grootvader zei, “Dit is allemaal fout!” Ik was zo gelukkig! Ha ha, maar hij zei, “JE MOET TERUG GAAN—JULLIE BEIDEN? NU!” en dat deed ik. Ik heb mijn vader nooit kunnen vragen of hij zich dat herinnerde. Ik keerde terug naar mijn lichaam, nu badend in het zweet, ik bedoel nat van het zweet. Ik kreunde om te vertellen aan mijn echtgenoot dat er iets fout was. Hij had mijn tweede BDE opgezocht in de Bijbel en was verbaasd te zien dat de woorden accuraat waren! Nu keek hij me verveeld aan en zei, “Wat is er gaande met JOU?” Ik kirde dat ik dacht dat ik een hartaanval had gehad. Hij zei, “Moet ik een ziekenwagen bellen? We kunnen het ons niet echt veroorloven.”
Ik zei, “Laten we de lakens veranderen..” Zijn ogen puilden uit van hoe nat de lakens waren.
Ik sleepte me moeizaam uit bed, trok mijn kleed uit, trok een nieuwe aan nadat ik mezelf had afgedroogd. Ik hielp mijn echtgenoot zo veel ik kon om het bed op te maken. Ik was moe. Hij was verveeld dat we dit allemaal moesten doen. Hij zei, “Kijk, als er nog iets gebeurt, zeg dan gewoon iets.” Ik vertelde hem dat ik dat niet kon, maar dat ik zal proberen om bewegingen te doen ofzo. Ik was er niet aan toe om hem te vertellen WAT ik gezien had.