David H BDE
|
Beschrijving Ervaring:
Mijn naam is David. Ik woon in Hawai. Ik
ben 32 jaar oud en ik heb een BDE overleefd. Ik heb sindsdien nooit met iemand
erover gepraat, ondanks dat het een enorme impact had op mijn leven en een grote
verandering teweegbracht. Er waren momenten dat ik dacht dat ik gek was. Nu weet
ik dat het gekke stuk simpelweg een vorm van twijfel en afkeer was.
Het was 1990 en ik leefde op de zuidkust
van Noord-Californië. Ik kwam net terug van een skivakantie in de Squaw vallei.
Het was de eerste keer ooit dat ik sneeuw had gezien. Toen ik terugkwam had ik
het gevoel dat ik een verkoudheid had opgelopen, maar ik lag er verder niet
wakker van en ging gewoon naar mijn werk als ober in Berkeley Host Marriott. Ik
herinner me nog dat het de temperaturen extreem waren (koud) omdat het einde van
het jaar naderde. Ik was een kwade jonge kerel, die kwaad was op God omdat ik
homoseksueel was. Dit nam ik mee toen ik de andere kant leerde kennen. Op dit
moment weet ik dat ik nooit meer zo kwaad hoef te zijn. Het was laat in de avond
toen ik terugkeerde naar mijn tante Maile haar huis. Niemand was thuis. Ik
vermoedde dat mijn tante en nonkel naar een familiefeest waren of iets
dergelijks en mijn zus was ook nog laat op school.
Mijn hoest werd ondertussen een stuk erger
en ik had moeilijkheden met gewoon maar te kunnen ademen. Ik ging op de zetel
liggen, zonder me pijnloos te kunnen verplaatsen. Ik probeerde naar mijn kamer
te gaan. Het was een hele kleine kamer, maar een kamer die ingericht was met
allemaal dingen die ik leuk vond. Ik geraakte na lang proberen in slaap maar ik
werd in het midden van de nacht wakker met een stekende pijn in mijn borstkas.
Mijn ogen opende en ik keek met vreselijke horror naar het plafond. Mijn mond
opende en ik kon niet meer ademen. Ik was aan het stikken in mijn bed.
De pijn was erger dan vreselijk.
Mijn zicht viel weg en kon enkel nog maar
horen en pijn ervaren. Op dat moment was er geen pijn meer, maar ik kon mijn
lichaam de laatste trappen tegen de muur nog horen, en toen was er niets meer.
Ik ben er nog altijd. Misschien moet ik
eens opstaan en kijken wat er aan de hand is. Ik wandelde naar de deur van mijn
slaapkamer en stopte. Ik draaide me om en kon niet naar het lichaam kijken dat
nog steeds op het bed lag. Mijn kamer leek hetzelfde, maar anders. Het leek
alsof elk object een warme gloed kreeg. Alles wat ik aanraakte kreeg een gloed.
Ik was op dat moment al vergeten wat er enkele seconden voordien was gebeurd. Ik
was niet zeker of ik in mijn kamer moest wachten of dat ik op avontuur moest
vertrekken.
Ik probeerde eerst de slaapkamerdeur te
openen, maar mijn hand ging gewoon door de deur. Toen ik mijn arm door de deur
stak, kreeg ik plots een gevoel dat er nog anderen rondom mij waren die in een
groot verdriet aan het rondlopen waren. Ik kreeg schrik, dus besloot ik terug
naar mijn lichaam te gaan.
Maar dat leek geen optie.
Ik
hoorde de takken van de bomen tegen het raam kletsen omwille van de storm die
nog steeds bezig was. Een lichtbol boven mijn hoofd begon groter te worden en
het leek op een ingang.
Ik wendde me tot het licht en ging heen. Ik ging er in, enorm snel.
Heel mijn leven speelde zich voor mij af
van geboorte tot mijn dood.
Ik ging naar een plek met veel storm.
Misschien was dit wel de plek voor mensen die met woede en haat in hart stierven.
Alles wat ik zei werd geëchood en dat vond ik zeer vervelend. Ik ervaarde deze
plek als heel onaangenaam. Stormen die je niet op aarde zag waren hier aan het
razen. Ook zag ik verschillende vulkaanuitbarstingen rondom mij, wat ervoor
zorgde dat ik hitte voelde en stoom in mijn gezicht. Ik zag spoken rondvliegen
alsof ze iets aan het zoeken waren dat ze nooit konden vinden.
Plots zag ik een vrouwelijk spook naast mij.
Ze maakte me heel bang. Ze was gekleed in oude kleren, die gescheurd waren op
veel plekken en ze leek erg vuil.
Ze had geen voeten maar drijfde op lucht.
Toen ze
dichter kwam, koos ik ervoor met haar te communiceren.
Ik vroeg haar of ze mij kon vertellen wat
de naam van deze plek was? Ze wilde niet antwoorden. Ze kwam nog dichter alsof
ze me ging bestelen of aanvallen. Al je gedachten zijn hoorbaar dus je kan niks
voor jezelf houden. Je hebt geen keuze dan het te zeggen. Dus ik vroeg heel kort:
“Wie ben je?!”. Op dat moment onthulde ze een stuk van haar sluier dat haar
hoofd bedekte en ik zag enkel beenderen en een schedel. Haar kaak opende en
stond volledig scheef. Ze trad uit haar jurk en kwam op me af om me te bijten.
De pijn die ik voelde was erger dan doodgaan. Toen wilde ze me nog eens bijten.
Plots schoot ik op mijn knieën en begon ik te schreeuwen om hulp tot God.
De vrouw bedekte haar oren en verdween.
Alle andere geesten die in de buurt waren deden hetzelfde. Ik weende voor God en
vroeg Hem om me te vergeven dat ik zo slecht over hem praatte en of dat hij mij
weg wilde nemen uit deze vreselijke plek.
Exact op dat moment realiseerde ik me dat
mijn stem niet meer echode. Ik schreeuwde Zijn naam en Zijn naam verscheen als
licht voor me. Alle andere geesten vonden dit niet aangenaam.
God was voor hen geen aangename
gedachte.
Dat vond ik triest, maar blij voor mezelf
omdat God mijn verontschuldigen accepteerde.
Het licht kwam mijn richting uit.
Zijn licht was zo mooi dat woorden het niet
kunnen beschrijven. Zijn licht was al de opkomende zon. Hij kwam al de zon op
van achter de bergen tot in de lucht. Liefde vulde mijn hele lichaam en mijn
ziel was hergeboren. De planet verandere ook onder zijn licht. Ik zag delen van
bergen openbreken en er ontstonden watervallen. God was gekomen en zijn licht
was verwelkomend.
Ik bereikte een hoog niveau van kalmte en vrede.
Zijn licht verspreidde zich overal. Ik zag
gras groeien uit de grond.
Grote bomen kwamen uit de grond.
Ik zag
alle soorten vogels in de lucht vliegen. Alle creaties van God kwamen uit het
bos om me te verwelkomen. Dit was de beste verwelkoming die ik me maar kon
inbeelden. Ik kreeg tranen van geluk en begon te lachen. Ik werd volledig gevuld
met het licht. God omarmde me met zijn liefde. Zijn licht werd groter en groter
en ik kon amper nog iets zien.
Op dat moment voelde het alsof het tijd was
om terug te gaan naar de aarde. Ik keek naar God en vroeg hem: “Mag ik
aljeblieft blijven?”. Hij zei: “je tijd op aarde is nog niet gedaan, er is nog
zoveel om te leren.”.
Op dat moment was ik terug in mijn lichaam.
Ik werd wakker in mijn lichaam, totaal
gedesorienteerd en verward, maar ik voelde geenpijn meer. Had ik te veel wiet
gerookt en begon ik te trippen? Ik ging rond me kijken op zoek naar bewijs. Ik
vond mijn winterkleren die ik op de grond had gegooid. Op de telefoon zag ik 911
geprogrammeerd en de persoon van de hulpdiensten probeerde mijn aandacht te
krijgen via de telefoon. Ik wachtte op mijn bed tot dat de zon weer opkwam.
Die ochtend was één van de mooiste
ochtenden ooit. De lucht was rozig en de zon vulde de horizon. Wanneer ik me
slecht of kwaad voel, ga ik naar de zon kijken, want dat geeft me een gevoel van
genoegen. Het grootste genoegen is dat je weet dat je naar huis gaat wanneer
onze levenslessen hier beëindigd zijn.
Achtergrondinformatie:
Geslacht: Man