Edwin BDE
|
Beschrijving Ervaring:
Het was de 23ste december 1969. Ik was ongeveer twaalf jaar oud. Ik herinner me dat ik mijn moeder tegen mijn vader hoorde zeggen dat hij mijn haar moest laten knippen, ondanks dat het in die tijd de mode was om haar lang te laten. Mijn moeder vertrouwde die nieuwe mode niet zo, omdat ze niet dol was op jongens met lang haar. Mijn vader zei goed, hij zou me meenemen naar de kapper, zodat ze ophoudt erover te zeuren. Ze wist dat ik mijn haar niet wilde laten knippen, dus gebruikte ze mijn vader om het knippen te forceren, omdat hij een heel strenge vader was. De dag na 23 december nam mijn vader me mee om mijn haar te laten knippen.
We gingen naar de stad, naar een kapper. Mijn pa was druk aan het praten met vrienden van hem. Ik was de eerste op de kapstoel om me te laten knippen. Toen ik mijn pa druk bezig zag met praten met zijn vrienden, vroeg ik de kapper mijn haar niet al te kort te knippen, alleen er wat spul op te doen zodat het er anders uitziet. Enkele minuten later was ik klaar en we gingen terug naar huis.
Toen we thuis kwamen begon mijn zuster me weer te plagen omdat ik mijn haar had moeten laten knippen, maar ik vertelde haar dat het niet geknipt was, er zat alleen maar wat pomade op. Ze rende naar mijn moe om haar te vertellen dat mijn haar nog steeds lang was. Toen ze kwam, en eens goed naar mijn haar keek, begon moe weer tegen mijn pa te kijven. Pa moest zijn falie beschermen tegen moe, dus stuurde hij me naar mijn kamer als straf, en ik moest daar blijven tot de volgende dag – tot hij me weer naar de kapper zou brengen. Ik herinner me dat ik mijn zus in handen wilde krijgen. Ze kwam mijn kamer in om me weer te plagen. Er stond een kerstboom in mijn kamer, en ik stond er voor, kijkend naar de lichtjes die aan en uit gingen. Zodra ik mijn zuster in mijn kamer zag, schroefde ik één van de lampjes los en gooide het in haar richting.
Ik was zo neerslachtig die avond dat ik wel kon huilen. Ik herinner me dat het volgende dat ik deed was mijn vinger in de fitting te steken waar ik het lampje uit gedraaid had. Ik herinner me het gevoel van een elektrische schok; ik werd met dezelfde kracht weggegooid. Toen hoorde ik mijn zuster schreeuwen. Ik was dichtbij haar, en probeerde met haar te praten en te zeggen dat alles in order was. Ze hoorde me niet, dus legde ik mijn hand op haar schouder maar ze kon mijn hand niet op haar voelen. Toen keek ik naar benee, en zag mijn lichaam op de vloer. Ik kon niet begrijpen wat er zich afspeelde. Toen werd ik door een vacuüm in een donkere tunnel getrokken, en was sneller aan het reizen dan wat ik ooit ervaren had.
Het was alsof plaatjes van mijn leven kwamen, het ene na het andere. Toen zag ik een fel licht, lichter dan de zon, maar het deed mijn ogen geen zeer. Ik ging door dit licht en bevond me in een plaats die als een kamer zonder muren was. De muren waren uit lucht gemaakt. Er was een lessenaar met een dik boek erop, en een heel oude Man die het aan het lezen was. Hij keek naar me en zei helemaal niets. Maar het kon me niet schelen wie hij was. Ik staarde naar de scène achter hem. Daar was een bruggetje en veel mensen die over dit brugje gingen. Zodra ze dit brugje over waren liepen ze niet meer, ze zweefden gewoon weg. Er stroomde kristalhelder water voorbij het brugje en al de mensen waren in het wit.
Toen zocht ik weer naar die oude persoon die ik de eerste keer gezien had, maar hij was er niet. In plaats van hem was er een Man die glanzend en stralend was. Hij strekte zijn hand uit en zei dat ik moest komen zien wat er in [of ‘hier’] is. Aanvankelijk probeerde ik te zien in welke taal hij aan het spreken was maar hoewel het me nieuw was kon ik al wat hij zei verstaan.
I weet nog dat we door een hoop mensen liepen die aan het zingen waren op één of andere manier die ik niet kan beschrijven, iedereen was blij en niemand was over anderen aan het denken. Ze keken allemaal in één richting naar een groot licht. Zodra we het felle licht bereikten vertelde deze Man mij dat wat ik zou zien, ik me niet zou herinneren. We gingen door dit licht heen, ik kan me nog steeds niet herinneren wat er achter was. Wat ik nog wel goed weet is dat nadat we uit dat licht kwamen de Man me naar de eerste plaats bracht en me zei dat ik terug moest gaan omdat het mijn tijd nog niet was om daar te blijven.
I herinner me dat ik huilde en hem smeekte om me daar te laten blijven. Ik wilde niet naar de aarde terug. Hij nam me op zijn schoot, omhelsde me, en zei me wees niet bezorgd, jij en ik zullen elkaar weer ontmoeten. Ik herinner me dat ik daar wilde blijven, ik wil niet terug. Toen zei hij wees niet bezorgd, laat mij met je meegaan, toen bevond ik me plotseling terug in mijn kamer, met die Man. Ik kon zien dat mama mijn lijk in haar armen hield, en mijn hele familie stond rond haar. Ze waren aan het huilen en ik hoorde mijn moe huilen en zeggen, “Hij is dood, hij is dood.” Toen zei die Man tegen me, “Nu ga je terug in je lichaam.” Ik weigerde terug te gaan. I zei hem dat ik bij hem wilde blijven. Hij omhelsde me weer, gaf me een kus en zei me dezelfde woorden, “Wees niet bezorgd, we zullen elkaar weer zien. Ik kon er verder niets aan doen. Ik bevond me weer terug in mijn lichaam.
Het grappige was dat ik zo bij was met wat ik zag dat er een glimlach op mijn gezicht was toen ik terug in mijn lichaam was en zodra ik mijn ogen opende hoorde ik mijn zuster, “Kijk pa, hij houdt on voor de gek, hij glimlacht.” Het is geëindigd met nog meer straf dus zal Ik zal dit soort 'grapje' niet weer met ze uithalen. Ik heb dit verhaal dertig jaar bewaard en het nooit aan iemand verteld.
Achtergrondinformatie:
Het rapport over deze BDE-ervaring bevat antwoorden op een mengsel van open vragen en meerkeuzevragen. De eerste open vragen vroegen om een volledige beschrijving van de BDE, in de deelnemer’s eigen woorden, terwijl de latere naar details vroegen, ook in zijn of haar eigen woorden. De vragenlijst bevatte echter ook verscheidene meerkeuzevragen, die hen vroegen één van 2 of meer kant-en-klare antwoorden te kiezen, die gebaseerd waren op de rapporten van eerdere BDE-deelnemers. |