Sylvia W BDE
Home Page Bestaande BDEs Deel uw BDE


Beschrijving Ervaring:

Ik was op bezoek bij mijn vriend, zijn broer uit een andere staat en een vrouw die hij ergens had opgepikt. Ze waren allemaal dronken en zaten om de tafel, te lachen, en te brallen. Ik was verkouden en ik had oorontsteking en ik kon er niet meer tegen. Voor mijn man stierf in 1973, had hij deze man voor mij uitgekozen om mee te trouwen. Mijn man wist dat hij niet lang meer te leven had en hij was bang dat dat ik nooit zou hertrouwen (en dat heb ik ook niet). Hij had een zaak naast ons makelaarskantoor en hij leek een geweldige kerel. Hij was een goede vriend, maar geen van ons wist dat hij alcoholist was, we kenden hem alleen tijdens werkuren. Ik heb alles geprobeerd wat ik maar kon bedenken om hem te laten stoppen met drinken, maar het lukte niet. Ik heb hem de keuze gegeven, de drank of mij.

Na een relatie van vijf jaar, koos hij voor de drank en ik verliet hem. Dit gebeurde in het vierde jaar van onze relatie. Ik zat op een draaibare keuken-barkruk. Ik draaide om op te staan en weg te gaan en ik voelde mezelf vallen. Het volgende dat ik wist was dat ik boven het dak van het huis was. Ik kon door het dak heen kijken en ineengedoken op de vloer lag een vrouwenlichaam – ongeveer de grootte van een Barbiepop. Mijn ‘zicht’ en ‘gehoor’ waren heel erg scherp.  

De vrouw met wie hij was sprong op, kwam naar het lichaam toe en draaide het om. Ik kon zien dat het het lichaam was waar ik in gezeten had. Er zat een grote snee op het rechtervoorhoofd en er stroomde bloed over het gezicht en over de vloer. De vrouw reikte omhoog, pakte een doekje van het aanrecht en probeerde het bloed van de ogen en het gezicht te wassen. Het doekje was behoorlijk nat en was verdunde alleen maar het bloed. De broer rende snel naar het lichaam en voelde de halsslagader. ‘Ik voel niets’. Hij probeerde de polsslag in beide polsen. De vrouw deed haar gezicht naast de neus van het lichaam en haar hand op haar borst. ‘Ze ademt niet’.

De broer legde zijn oor op het hart. Ze gaf snel het lichaam twee keer adem en de broer begon hartmassage. De vriend begon hysterisch te huilen. ‘Sylvia, als je sterft, dan pleeg ik zelfmoord. Ik kan niet leven zonder jou. Ik hou van jou. Als je blijft leven zal ik nooit meer drinken. Oh God, alsjeblieft, laat haar niet sterven’. 

Dit begint moeilijk te worden. Ik kon zien zonder ogen, horen zonder oren en communiceren zonder mond of andere lichaamsdelen. Ik wist alles, verleden en toekomst. I voelde dat ik in mijn natuurlijke staat was en het lichaam was de tijdelijke onnatuurlijke staat. I was thuis, waar ik hoorde. Waar ik wilde zijn.

Het zou een heel zwak, ziek vrouwenlijf worden, maar het was wat ik nodig had om mee te maken wat ik (de geest) nodig had zodat ik spiritueel kon groeien. Het leek op college lessen die je haatte (zoals wiskunde), maar je wist dat je voldoendes moest halen om te slagen. Dus accepteerde ik met tegenzin dit lichaam dat hoorde bij een familie waar ik nog nooit bij geweest was. Ik wist ook dat ik eerder in een lichaam was geweest van een enorme gemene man die vrouwen en kinderen misbruikte. Ik moest ervaren hoe het voelde om een kleine ziekelijke vrouw te zijn. Ik begreep waarom het lichaam dyslictisch was. Nou dat was een hele uitdaging terug in de jaren 1940 – 1950 toen je werd vernederd en gestraft omdat je links van rechts niet kon onderscheiden.

En waarom ik voor de verpleegkunde koos, en elke keer als ik probeerde te stoppen om een ander beroep uit te oefenen, werd ik teruggetrokken. Alles was duidelijk, I zou ver van huis naar school gaan en ik kon maar een tas meenemen. Er waren bepaalde vereiste zaken en een klein plekje bleef over. I moest één ding kiezen (zoals een favoriete knuffel) – Ik koos voor mijn artistieke talent en ik wist dat dat een wijze keuze was. De geesten wisten dat ik alleen maar voorbijkwam en dus deed ik dat. Toen verscheen er een helder wit licht aan het eind van de gang. Ik wilde er naar toe. Het werd helderder en helderder en ik begon sneller en sneller te ‘zinging’. Het en ik wisten dat ik dit lichaam met aarzeling had aangenomen en dat mijn taak nog niet voltooid was.

Ik voelde me gerustgesteld dat ik niet alleen zou zijn en dat ik veel van wat ik had ervaren zou onthouden. Het was zoiets als een peptalk. Een ‘goed zo jongen’, je kunt het, we zijn trots op je. Ik had zoveel jaar gebeden om te weten, met mijn hart, dat er iets was na de dood, dat God en Jezus bestonden. Als zevenjarige noemden de priesters en nonnen me ‘ongelovige Thomas’ omdat ik alles in twijfel trok. Ik wist gewoon dat het niet waar was wat ze zeiden, maar ik wist niet wat wèl waar was.

Het Licht wist hoeveel moeite het me koste om te proberen te onthouden. Om flarden van dromen te begrijpen die andere kinderen niet hadden. Ik stierf bijna van een ernstige ziekte op mijn veertiende en ik had dromen van in en uit mijn lichaam gaan en van in andere lichamen zijn met ervaringen die ik niet kon uitleggen – en het was tegen mijn geloof in.

Toen ik zes was, zag ik een klein beeldje van  Michelangelo's David met een vijgenblad. Ik werd woedend en ik wist niet waarom. Ik vond een beetje blauwe klei in een beekje vlakbij ons huis. Ik graafde het voorzichtig uit en rende opgewonden naar mijn moeder. Ik vertelde haar dat dit de kleur was die ze nodig had. Hij moest het hebben. Maar ik wist niet wie ‘hij’ was. Ik was zo gefrustreerd en ik huilde. Uiteindelijk pakte ze de klei en zei dat ze het voor ‘hem’ zou bewaren. Soms, vooral snachts, wanneer ik koorts had (en dat was regelmatig), kon ik ‘hem’ horen zeggen, ‘Lange, langzame slagen’. Ik kon dit grote koude, gladde steenachtige ding voelen. Ik moest het polijsten met een ruwe doek en fijn poeder van de hoop ‘daar ginder’. Ik was hoog en bang om te vallen, maar ik was nog banger van ‘hem’. Als volwassene zag ik een afbeelding van de echt ‘David’ ik ik wist dat het de juiste was.  Ik ben nog steeds erg gehecht aan het beeld. Maar nu weet ik wie ‘hij’ was.

Het licht beloofde me dat ik deze ervaringen niet meer zou hebben en dat ik mijn herinnering zou behouden wanneer ik terug in het lichaam zou gaan. Ik wist dat, hoe graag ik ook wilde blijven’, ik terug moest gaan en dat deed ik. Plotseling was ik terug in mijn lichaam, bibberend, koud en in ondraaglijke pijn, ik zag niks door het bloed in mijn ogen. De vrouw deed een droge doek op mijn hoofd en veegde mijn gezicht af. Ze brachten me naar bed en vertrokken. Mijn vriend viel flauw.

Rond middernacht kwam zijn kamergenoot thuis en bracht me naar het ziekenhuis. Ze hechtten de snee op mijn voorhoofd en stuurden me naar huis. De verpleegundige op de eerste hulp wist dat ik een hersenschudding had maar de arts wilde niet naar haar luisteren. Ze zei me dat ik op de stoep van de arts moest gaan zitten als de dokterspost opende smorgens. Ik deed het. Hij bevestigde de hersenschudding, maar toen ik vertelde wat er was gebeurd, zei hij me dat ik moest stoppen of hij zou me laten opnemen. Ik heb dit lange tijd aan niemand gemeld.

Het was voor niemand belangrijk, behalve voor mij. Of je nu de ‘waarheid’ weet of niet, het veranderd niets aan de waarheid. Toen iedereen ‘wist’ dat de aarde plat was en dat de zon om de aarde heen draaide. Was de aarde nog steeds rond en draaide om de zon. Ik weet niet waarom ik naar jullie site kwam. Ik weet niet waarom ik dit schrijf, ik trek deze dingen niet meer in twijfel. Dank je wel dat je me de gelegenheid hebt gegeven dit te schrijven. Ik voel me beter zelf als wordt het misschien nooit gelezen. Een interressant punt. Mijn geliefde echtgenoot, mijn soulmate, die stierf in 1973, was er niet. Ik verwachtte niet dat hij er zou zijn. Hij is daar ergens, maar op dit moment is het niet aan mij om te weten waar.

Achtergrondinformatie:

Geslacht:    Vrouw

Datum BDE:  1977 approx.

Was er een levensbedreigende gebeurtenis op het moment van de ervaring? Ja  Ongeval Ik moest gereanimeerd worden

BDE elementen:

Hoe schat je de inhoud in van je ervaring?  Positief

Kan drugs of medicatie de ervaring beïnvloed hebben? Nee  

Leek de ervaring op één of ander manier op een droom?  Dit gedeelte van mijn ervaring was absoluut niet droomachtig. Het was de realiteit en destijds begreep ik het helemaal. Tegelijkertijd met het bovenstaande, waren er een aantal entiteiten voor me, die fysiek op mij leken. In onze normale staat, zonder lichaam, waren we eivormige massas energie die aan het ‘zinging’ waren op verschillende frequenties. Aan mijn linkerkant waren twee massas energie. Bij gebrek aan woorden, noem ik hen geesten. Ze waren net zo snel als ik aan het ‘zinging’. Ze waren ‘blij’ me te zien.

Beiden waren ze buren van ons toen ze nog in hun lichaam zaten (die waren 30 – 40 jaar ouder dan het mijne). Mijn moeder had geschreven dat er een een paar maanden eerder was overleden. Twee weken na mijn ervaring schreef ze me dat de andere maar een paar dagen voor mijn ervaring was overleden. Ik voelde me heel dichtbij deze geesten. Er stonden drie andere geesten achter hen, dan nog vier meer en nog een andere rij van vier. (Naarmate de jaren verstrijken, vervaagd mijn specifieke geheugen.) Aan mijn rechterkant waren drie geesten, daarna nog drie of vier.

Er was een nauw gangpad in het midden van deze twee groepen. Er was geen vloer of andere tastbare voorwerpen. Aan de kant van het gangpad in de derde rij aan de rechterkant, was de geest die in mijn vaders lichaam zat. Hij stierf in 1969. Ik voelde me me niet zo nabij bij deze geest.

Voelde je je afgescheiden van je lichaam?   Op welk moment tijdens je ervaring was je op je hoogste peil van bewustzijn en alertheid? Nou, dit was een heel interessant scenario. Deze twee mensen die stomdronken waren, handelden op een perfect nuchtere manier en waren bezig om me in leven te houden, zo goed als ik nog nooit had gezien. Het interesseerde me. I keek terwijl mijn vriend door ging, maar het was als kijken naar een kleuter met veel luiers aan die op de grond ploft en begint te huilen. Hij is niet gewond. Hij is gefrustreerd. Het is een leer-ervaring en hij is in orde. Dit is het gedeelte dat ik gemakkelijk kan verklaren. Het volgende stuk is moeilijk omdat het er geen is die gemakkelijk in woorden uitgelegd kan worden.  

Leek het alsof de tijd sneller of trager ging?   Alles leek ineens te gebeuren; of tijd leek te stoppen of verloor alle betekenis.  Ruimte en tijd hadden geen beteknis. Ze zijn lichamelijk.

Vergelijk je gehoor tijdens de ervaring tegenover je alledaags gehoor die je had net vóór het moment van de ervaring.  Nee Ik had geen oren. I hoorde geen muziek zoals anderen hebben gezegd.

Leek jij je bewust te zijn van zaken die elders gebeurden, zoals een buitenzintuiglijke waarneming? Ik kende de ene buurman niet, wiens energie ik had ontmoet en die was overleden. Ik kan dit echter niet controleren, omdat mijn moeder afgelopen aan Alzheimer is overleden. Zij is degene die me schreef over zijn dood. 

Ben je in of door een tunnel gegaan?   Nee 

Was jij je bewust van of ben je overleden (of levende) wezens tegengekomen?  Ja ik kende hen allemaal, maar niet allemaal uit dit leven.

Heb je een onaards licht gezien?  Troostend, heel helder, ‘wit’. Het was een verzameling van alle energie waar ik momenteel van afgescheiden was. The ‘geesten’ bij mij waren ook een deel van het licht, maar ze weren er alleen maar om me te groeten en de gingen terug naar het collectieve licht. 

Leek je opeens alles te verstaan?     Alles over het universum    

Waren er beelden uit de toekomst?    Beelden van de toekomst van de wereld. Het is heel angstig en ik probeer het niet te doen. Toen mijn zoon 16 was, zag ik hem, liggend in een doodskist, maar hij had een lichte glimlach en ik wist dat hij in orde was. Een week later, was hij betrokken bij een zwaar autoongelijk waarbij drie andere kinderen in levensgevaar raakten. Hij werd gegooid, uit de auto ‘getild’ tijdens de eerste van de tien keer dat de auto over de kop ging en hij had een kleine schaafwond aan zijn nek. Een arts, twee politie agenten en verschillend verpleegkundig personeel waren getuige van het ongeluk. Ze zeiden allemaal dat het het vreemdste was dat ze ooit hadden gezien. Het was alsof iemand hem optilde en hem op de grond zette. Mijn echtgenoot (die 6 jaar eerder gestorven was) hield zoveel van deze jongen, en ik wist dat hij hier verantwoordelijk voor was.

Kwam je aan een obstakel of een fysieke structuur die je tegenhield?  Ja ik wist dat ik niet naar het licht kon gaan. Er was ook een afscheiding tussen mij en de andere wezens.

Kwam je aan een grens of een punt waar je niet meer kon terugkeren?   Ik kwam aan een barriere waar ik geen toegang kreeg om verder te gaan; ik werd teruggezonden tegen mijn zin. Ik wist dat ik terug moest keren. Er was geen twijfel over mogelijk. Ik was er niet blij mee, maar er was geen andere keuze.

God, Spiritueel en Religie:

Wat was je godsdienst vóór je ervaring?     Onduidelijk Katholiek tot mijn 28ste jaar. Getrouwd met een Doopsgezind predikant op mijn 33ste, gedoopt bij de Doopsgezinden op mijn 35ste, maar ik kon mijn hart er niet van overtuigen om in de leer te geloven. Ik bad regelmatig om met mijn hart te geloven.

Welke godsdienst beoefen je nu? Ik pas niet in een die ik ken.

Veranderden je waarden en overtuigingen door de ervaring?   Ja, ik probeer niet meer zoveel de mensen te overtuigen. Ik ben meer geneigd dingen te laten gaan, voel dat zij leren/begrijpen als ze er klaar voor zijn. Hetgene waar ik driftig over word is zelfmoord. I raak over mijn toeren als mensen dat overwegen. Ik raak erg gefrustreerd omdat iemand/iets me meestal stopt. Dus moet ik de kant op van hoeveel hun familie hen zal missen. Ik kan hun pijn voelen en het put me helemaal uit. Soms heb ik het gevoel dat als ik niet bij hen weg ga dat er iets erg met me zal gebeuren. Het kost me veel moeite om dit uit te leggen, dus ik stop er mee om het te proberen.

In verband met onze levens op Aarde niet gerelateerd aan godsdienst:

Veranderingen in je leven na je BDE:    Verhoogd.

Zijn je relaties specifiek veranderd door je ervaring?  Toen ik 58 was werd ik ontslagen samen met 60 andere verpleegkundigen. Elke keer als ik werkeloosheid wilde aanvragen, of op een andere baan wilde solliciteren, was er iets dat me stopte.

Ik vergeet mijn ervaring meestal. Ik probeer hem niet te onthouden. Maar soms, als ik gestopt word in het doen van iets, dan let ik op. Ik had het gevoel dat mijn carrière als verpleegkundige voorbij was, dus ik ging met pensoen. Ik werd kunstenaar en ‘nana’. Ik heb olieverschilderijen gemaakt die mezelf verbazen. Ik weet niet waar mijn ideeen voor vrouwenbeeldjes uit klei vandaan komen. Ik ga zitten met een stuk klei in mijn hand en voor ik het weet heb ik een elfje, een grappige monnik of een fee. Ik kan alle ambachten uitzondelijk goed, behalve aquarellen. Ik kan het mezelf niet aanleren, dus ik gaf op. Een tijdje geleden vroeg een jongetje me om een schilderij van hem te maken voor zijn oma. Daarna zag zijn zesjarige vriendje het, hij wilde er een voor zijn ouders. Zij waren zo onder de indruk, dat ze me er een vroegen van hun tweejarig kind. Ik maakte er een en hij was prachtig. De vader gaf me $20 die ik niet wilde aannemen. Hij zei dat het was om het doek en de verf te betalen. Dat is het enige geld dat ik ooit heb aangenomen voor mijn kunst. Ik geef het liever weg. Voor kadootjes, mijn kinderen en vrienden geven me kadobonnen van een plaatselijke hobbywinkel zodat ik kunstenaarsbenodigdheden kan aanschaffen. Ik maak een hoop verschillende dingen in zo’n beetje elk materiaal en ze nemen wat ze willen. Het geeft me zoveel voldoening en het ‘voelt’ goed. Dit is de waardering die ik krijg voor wat ik ben geacht te doen. Een belofte van het licht om mijn verblijf hier gemakkelijker te maken.

Na de BDE: 

Was de ervaring moeilijk te verwoorden?  Ja. Er zijn geen woorden voor om het uit te leggen aan mensen die het niet hebben meegemaakt. Mijn dokter zei tegen me dat het een droom was, en als ik er aan zou blijven denken, zou hij me laten opnemen. Dus ik zei niks.

Heb je helderziende, ongewone of andere speciale gaven gekregen na je ervaring die je niet had vóór je ervaring?   Nee, maar ik accepteer en begrijp beter wat er is gebeurd sinds mijn kinderjaren. Ik heb ook het sterke gevoel dat het zoeken naar of aanmoedigen van deze ervaringen niet positief is. Ik voel soms een druk op mijn schouder en een gevoel. Het zegt, ‘ga daar niet heen, je hebt het niet nodig.’ In het begin lachtten mijn collegas van het medisch personeel me uit als ik de nood trolley voor een patientenkamer zette, zelfs als er geen reden voor was. Soms kende ik de patient zelfs niet eens. Ik wist niet waarom ik het deed. Maar voor mijn dienst erop zat kon het zijn dat de patient stopte met ademen of geen pols meer had. Met de nood trolley grijpen we in bij cardiopulmonaire resuscitatie – hartstilstand en andere levensbedreigende situaties.

Een verpleegkundige uit Jamaica was er van overtuigd dat het voodoo was. Een arts  legde uit dat  ik gevoelig was voor kleine veranderingen in de conditie van de patient en spoorde de andere verpleegkundigen aan om opmerkzamer te zijn.

Ik begrijp nu ook waarom sommige patienten zeiden dat hun pijn minder werd wanneer ik hen aanraakte. Soms kon ik een warme stroom van energie voelen die uit mijn lijf kwam wanneer ik hen aanraakte. Ze ontspanden. Maar ik deed het niet te vaak, ik raakte er uitgeput van. Ik doe het alleen nog bij mijn kleinkinderen. We hadden een chirug die ons (de verpleegkundigen) een warme zachte knuffel gaf als hij op de afdeling kwam. Hij noemde het een opknapknuffel. Als hij weinig energie had, pakte hij een beetje van elk van ons. Als wij energie nodig hadden, deelde hij de zijne met ons. De meeste mensen maakten er een grapje over en sommigen noemden hem een vieze oude man. Maar ik voelde me altijd uitgerust en kalm na een knuffel. Hij was een grote man en ik voelde altijd voor een moment dat ik in zijn lichaam was. Ik had nooit het gevoel dat het sexueel was. Het was een spiritueel ding. Na meer dan twintig jaar vertelde de ziekenhuis directie hem dat al zijn privileges ingetrokken zouden worden als hij ermee door zou gaan. Hij hield ermee op en was erg overstuur. Voor ik stopte met werken bij het ziekenhuis voor de laatste keer, vertelde ik hem erover. Ik weet nog dat ik naar hem keek en hij straalde. Hij lachtte gewoon en hij zei, ‘Jij weet het.’ Ik zei, ‘Ja.’

Hij was een miltaire arts tijden de oorlog. Ik weet niet was er met hem is gebeurd. Ik was er getuige van dat hij levens redde er dat hij operaties deed die geen andere arts in ons ziekenhuis zou doen. Ik heb hem sindsdien niet meer gezien, maar hij had een heel bijzondere geest.

Ongeveer tien jaar gelden kwam een jonge mannelijke student met drie andere studenten naar ons huis om aan een schoolproject te werken met mijn dochter. Ik had mijn kinderen een aantal jaren daarvoor over mijn ervaring verteld, maar ik denk niet dat ze me geloofden, dus ik liet het gaan. Ik voelde me aangetrokken tot deze jonge man die aan tafel zat. Hij keek naar me en ik wist niet waar we spiritueel heen gingen. Er waren geen woorden, alleen een heel warm kennend gevoel, een communicatie die ik niet kan uitleggen. Ik kwam terug naar de gewone wereld omdat mijn dochter me door elkaar schudde. Ze was erg overstuur en wilde weten wat er gebeurde. Ik zei tegen haar, ‘Hij weet het’. Hij zei, ‘Ja’. Ze wilde weten wat hij wist, dus vertelde ik haar dat hij het licht had bezocht. Hij zei dat hij 5 of 7 was, een wat jonge leeftijd. Ik liet ze aan hun studie. Later die dag zei mijn dochter tegen me dat ze nu mijn ‘verhaal’ geloofde omdat hij haar een over een soortgelijke ervaring vertelde. Hij had het nooit eerder aan iemand verteld, maar zodra hij me zag wist hij dat ik het ook wist en kon hij het haar vertellen.

Is er één of zijn er verschillende delen van je ervaring die meer betekenis heeft/hebben voor jou?   Het was wonderbaarlijk, troostend. Het moeilijke stuk kwam daarna.

Heb je ooit deze ervaring gedeeld met anderen?     Ja 

(1) Met mijn arts, hij liet me ermee ophouden.

(2) Ongeveer twee jaar na mijn ervaring werkte ik als bedrijfsverpleegkundige voor een groot productiebedrijf en een vriendin gaf me een boek, door een dokter geschreven, over zijn lichaamsuittreding tijdens de oorlog. Ze zei dat ze nooit boeken kocht ; ze leende ze altijd bij de bibliotheek. Ze wist niet waarom ze deze kocht. Ze had het gelezen en het deed haar niet veel. Eigenlijk vond ze het moeilijk het te lezen en ze bladerde er meestal doorheen. Maar ze had het vreemde gevoel dat ze het aan mij moest geven. Die avond las ik dat boek. Zelfs al kwam het niet overeen met mijn ervaring, het maakte me wel duidelijk dat ik niet de enige was die een uittreding had gehad. Toen ik haar het boek de volgende dag terug wilde geven, kon ik het niet vinden. Twee weken lang zocht ik er naar en ik vond het niet. Uiteindelijk ging ik naar de boekwinkel en na lang zoeken op de computer, kon de verkoopster het bestellen. Twee weken later kwam het aan via de post et gaf ik het aan mijn vriendin. Toen ik die avond thuis kwam, lag het geleende boek op de lamptafel naast de deur. Niemand was in huis geweest sinds ik die ochtend weg was gegaan. Vreemd. Ik vertelde aan mijn vriendin wat er was gebeurd. Een ontzettend religieuse vrouw, ze voelde dat God dit om een bepaalde reden had gedaan.  Ik voelde me gedwongen om haar over mijn ervaring te vertellen. Ze luisterde heel aandachtig en ze zei me dat als ik dacht dat dit echt was gebeurd, dat het dan ook echt was gebeurd. God handelt op mysterieuze manieren. Ze raadde me ook aan het voor me te houden omdat mensen anders zouden denken dat ik gestoord was. We waren het er allebei over eens dat onze discussie nooit had plaatsgevonden.

(3) Mijn kinderen na ongeveer vijf jaar. Mijn dochter gelooft me nu, maar ze geeft toe dat ze het niet begrijpt. Mijn zoon luisterde aandachtig naar me, gaf geen commentaar en we hebben het er niet meer over gehad.

(4) 1985 – De opa van mijn kleinzoon kreeg een hartaanval en onderging een bypass operatie. We hadden het over de dood en of er een hiernamaals was. Ik vertelde een beetje over van mijn ervaring en hij luisterde naar me. Hij is ingenieur en een man met een geniale intelligentie, maar met weinig woorden. Twee jaar later  kreeg hij last van hartritmestoornissen en zijn hartslag en ademhaling waren niet meer voelbaar. Ik belde 911 en ik kon hem niet uit zijn leunstoel krijgen. Het is een grote man en hij zat vastgeplakt in de stoel vanwege het zweet nadat hij grote spijkers in behandeld hout had geslagen bij een temperatuur van 38° in de hitte van Florida. Ik sprong bovenop hem en sloeg keihard op zijn borst. Precies op het moment dat de ambulance kwam, begonnnen zijn pupillen te reageren en begon hij met ademen. In het ziekenhuis vertelde hij me dat hij teleurgesteld was dat hij geen ervaring had gehad. Hij herrinnerde zich de pijn op de borst, dat hij in de stoel zat en dat verplegers met hem bezig waren. We hebben het er nooit meer over gehad en ik heb het gevoel dat hij me niet geloofd.

(5) Tijdens een les op de middelbare school in wereldreligies (hogere aspecten) in 1987, hadden we het over de doodsrituelen van de Hindoes. De overledenen werden regelmatig verteld  om naar het witte licht te gaan en om het gekleurde licht te negeren. Ik weet niet meer wat ik zei, maar de leraar (uit India, afkomstig van een Hindu familie, maar opgeleid door katholieke monniken) vroeg me of ik een uittreding had gehad. Ik zei ‘ja’ maar kan me niet herinneren andere gesprekken met hem te hebben gehad.

(6) Het volgende trimester moest ik in het kantoor van mijn leraar ‘kritisch en creatief denken’ komen. Hij zei dat ik opviel in de klas, niet omdat ik de oudste leerling was (ik was het niet), maar omdat ik gewoonlijk een gloed om me heen had en dat ik die die dag niet had. Hij wilde weten wat er aan de hand was. Ik was uitgeput. Een jonge medestudente had toevallen en haar medicatie werkte niet. Eerder op die dag had ze een toeval gehad in de cantine en ze reageerde niet meer na de toeval. We belden een ziekenwagen en ik gaf haar al mijn energie. Ik was zo zwak dat ik niet naar mijn volgende les kon. Ik vertelde dit aan mijn leraar en hij waarschuwde me hierover. Hij zei dat ik alleen weg moest geven wat ik kon missen. We hadden het een tijdje over mijn lichamelijke ervaringen en daarna vroeg hij me over mijn uittreding. Ik was verrast, omdat ik niet wist waar het vandaan kwam. Aan de ene kant voelde ik me ongemakkelijk toen ik hem erover vertelde, maar mijn mond ging maar door, heel snel, bijna uit controle. Het was alsof iemand anders mijn lichaam gebruikte. Ik praatte niet over mijn ervaring, maar als een leraar die probeerd uit te leggen wat het is om zonder lichaam te zijn, op een plek waar tijd en afstand niet bestaat. Ik ging terug naar moleculaire structuren, fysica en de eigenschappen van energie. Het was een hele vreemde ervaring. Hij luisterde aandachtig. Toen ik eindelijk klaar was en ik hem vroeg of hij ooit een lichaamsuittreding had gehad, zei hij me van nee, maar hij was erover aan het lezen en hij was erg geinteresseerd. We hebben het er nooit meer over gehad.

(7) De klasgenote van mijn dochter.

(8) 1989-1990 Op een dag, tijdens de pauze, met vijf andere verpleegkundigen, vertelde een van de verpleegkundigen over haar uit haar lichaam treding (van twintig jaar eerder) van toen ze vroeg in de twintig was. Haar hart stopte in de uitslaapkamer, na een  operatie aan meerdere segmenten van haar gangreneuze darm. Ze wist nog dat ik een van haar verpleegkundigen was. Ze legde uit hoe ze Jezus zag, Maria, Jozef, en God in een lange witte jurk en met een lange witte baard en ze hoorde prachtige muziek gespeeld door engelen,  op hemelse instrumenten. Er waren heerlijk geurende bloemen die we op aarde niet hebben, groene bergen, heldere stromen. Ik luisterde zonder iets te zeggen. Haar gezicht glansde toen ze sprak over haar levensveranderende ervaring en waarom ze verpleegkundige werd. Toen we in de lift naar boven gingen, fluisterde ik haar toe dat ik ook een lichaams-uittreding had gehad maar dat die heel anders was dan de hare. Jezus was er niet. De volgende dag regelde ze dat haar middagpauze met die van mij viel en ze vroeg me of ik mijn ervaring aan haar wilde vertellen. We vonden een tafel apart en ik vertelde het haar. Ze zei niks, maar de tranen stroomden en ze bleef met haar hoofd schudden. ‘Ja’ en ze tikte op mijn hand. Toen vertelde ze me dat ze dezelfde ervaring had en ze was zo dankbaar dat ze wist dat ze niet gek was. Ze vertelde dat toen ze terugging naar haar kamer na haar ervaring, dat de priester er toen was om haar de laatste sacramenten te geven. Ze probeerde hem te vertellen wat ze had gezien, maar hij bleef haar onderbreken en zeggen dat Jezus daar was om haar te ontmoeten. Hij kwam een maand lang elke dag, tot ze ontslagen werd en vertelde haar over wat ze had gezien tot ze hem geloofde. Het duurde tot aan ons gefluisterd gesprek in de lift voor de herinneringen terug kwamen van wat ze echt ondervonden had. Ze zei dat ze dankbaar was, we hebben het er nooit meer over gehad.

(9) Een voorganger en zijn assistent klopten een maand geleden bij me aan om het over mijn sterfelijke ziel te hebben. Ik was bezig met mijn kleinzoon die tandjes aan het krijgen is en in de moeilijke peuterperiode zit en ik flapte eruit, ‘Is een van jullie gestorven en terug gekomen?’ Ze zeiden ‘nee’. I zei, ‘Als je dat ooit doet kun je terugkomen en dan praten we over sterfelijke zielen’. Ze zagen eruit alsof ze een spook hadden gezien en haastten zich weg. Ik was de dag van mijn leven.

(10)  Jou, dat is het.

Heeft er ooits iets in je leven je hetzelfde gevoel gegeven als jouw ervaring?     Onduidelijk  Ik heb geprobeerd om het nog eens te doen, maar het stopte altijd – het voelde niet goed.

De vader van mijn kleinzoon kan met een gouden draad op excursie gaan. Ik heb het één keer geprobeerd en de draad zat niet vast dus ik ben ermee opgehouden en heb het niet meer geprobeerd.

Is er nog iets dat je wil toevoegen over je ervaring?   Ik denk dat ik genoeg heb gezegd. Bedankt voor de gelegenheid.

Zijn er andere vragen die we kunnen stellen om jouw ervaring beter te begrijpen?

Je hebt het heel goed gedaan. Ik ben blij dat het voorbij is. Ik merk nu dat mijn achterste pijn doet en dat ik honger heb.